Categorieën
WoordHoek

Van bosberaad tot heisessie

Voor het woord heidesessie blijken verschillende synoniemen te bestaan. De meeste werden met enig cynisme verwelkomd.

De toekomst van Nederland was het afgelopen weekend afhankelijk van een zogenaamde heidesessie. Die vond plaats op landgoed De Zwaluwenberg in Hilversum. Dat landgoed ligt niet op de heide, maar ingeklemd tussen de A27 en de N417, vlakbij een golfclub en een vliegveldje. Voor een heidesessie heb je dan ook niet echt een heide nodig; het is overdrachtelijk bedoeld.

Foto: Pvt pauline – Eigen werk, CC BY-SA 3.0

Dat moet je weten – uit krantenberichten valt dat niet meteen op te maken. Hier twee voorbeelden: “Informateur Johan Remkes zoekt doorbraak op de hei” (Financieel Dagblad) en “Weekend op de hei heeft niet gezorgd voor een doorbraak in de formatie” (RTL Nieuws).

Hei(de)sessie is een tamelijk jong woord. We vinden het sinds 2006. De beste definitie is mijns inziens te vinden in het Algemeen Nederlands Woordenboek:

Bijeenkomst voor medewerkers van een bedrijf, vaak leidinggevenden, op een externe, vaak afgelegen locatie om in alle rust te plannen, te vergaderen, zich op de toekomst te bezinnen en om aan teambuilding te werken.

Bovendien legt dit woordenboek uit dat je dit woord niet letterlijk moet nemen:

Heisessies vonden oorspronkelijk op afgelegen, landelijke locaties plaats, “op de hei”, maar worden inmiddels in allerlei soorten omgevingen gehouden met als voornaamste criterium dat deze locaties buiten de dagelijkse werkomgeving liggen zodat letterlijk en figuurlijk afstand kan worden genomen van het werk.

Heidedag

Het woord hei(de)sessie heeft verschillende voorgangers. Een daarvan is heidedag. Dat vinden we sinds 1986. De Volkskrant liet toen een verontwaardigde boer over dit verschijnsel aan het woord, deels in dialect. Aan dit citaat kan ik geen weerstand bieden:

Ach, de heren hier, die vergaderen en vergaderen. Ieder jaar komen ze aan de overkant in de herberg voor zo’n heidedag. Honderd, honderdvijftig van die heren kommen hier effe kieken. (…) Dat zijn heren van honderdduizend gulden en meer hoor! Met koffie en een biscuitje zijn ze niet tevreden. Dat geld moesten ze beter in de hei stoppen. Ze moeten dan ook nog even op de hei kijken, vijf of tien minuten, hoe de loonwerkers hier met een machine afplaggen. Van het jaar zijn ze niet gekomen. Het was slecht weer.

Bosberaad

Een ander synoniem is bosberaad. Dat heeft het Nederlands uit het Afrikaans overgenomen. Dat is bijzonder, want hoewel het Afrikaans heel veel uit het Nederlands geleend heeft, bleef de import andersom zeer beperkt, zeker de afgelopen decennia.

Bosberaad ontstond in 1990. De onderhandelingen tussen de toenmalige Zuid-Afrikaanse president F.W. de Klerk en het ANC (Afrikaans Nationaal Congres) waren vastgelopen en daarom koos De Klerk voor een nieuwe strategie. NRC Handelsblad schreef daarover:

De Klerks beslissing om zijn kabinet te verzamelen in een afgelegen plaats (“bushveld”) voor een zogenoemd “bosberaad”, is een poging om nieuwe strategieën te vinden om het proces weer op gang te helpen.

Bosberaad maakte snel opgang. Het werd opgenomen in verschillende Afrikaanse woordenboeken en belandde in 1995 in het Groene Boekje.

Bosdag

In de tussentijd was ook het woord bosdag ontstaan. Het is opmerkelijk dat in vrijwel alle vroege vindplaatsen van alle synoniemen voor dit verschijnsel sprake is van ironie of cynisme. Zo lezen we in Deining aan zee, een boek uit 1993 van Jan Tromp:

We hebben hier in dit land een kaste van bestuurders. We kunnen niet meer zonder. Al die mensen die rondgaan in het professionele bestuurlijke circuit hebben klonen om zich heen die zij weer naar voren schuiven, als het zo uitkomt. De besluitvorming in die circuits wordt trouwens toch steeds bureaucratischer, complexer. En dus zijn er ‘beslisbomen’, zijn er ‘bosdagen’, zijn er matrixen en sheets, is er veel zwarte koffie en voor de duurdere bureaucraat Spa blauw.

Het bijzondere is dat Tromp hier een politicus aanhaalt en wel de CDA’er Joop van der Reijden, iemand die zelf volop deelnam aan dit overlegcircuit.

Heidag

Na de bosdag kwam nog de heidag – een woord dat we sinds 1993 in deze betekenis vinden. Als je een stamboom zou maken denk ik dat je heidedag de grootouder en heidag de ouder van heisessie kunt noemen. Dat -sessie zal er bijgekomen zijn omdat het chiquer klinkt. En omdat heidesessies vaak langer duren dan één dag, zoals ook die van het afgelopen weekend.

Overigens vinden we veel van deze synoniemen al eerder in zinnen als “het is een mooie strand- en bosdag” of “wat een lekkere bos- en heidag”. Gewoon een fijne dag om buiten te zijn dus, zonder onderlinge afstemming en bezinning of geplan.


Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden van nieuwe afleveringen van WoordHoek? Schrijf u dan in voor Taalpost, de gratis e-mailnieuwsbrief van het Genootschap Onze Taal.

Ewoud Sanders is journalist en taalhistoricus. Hij schrijft elke week voor het Instituut voor de Nederlandse Taal.

Twitter: @ewoudsanders