Categorieën
WoordHoek

Okseldiep

Okseldiep duiken is een rare woordcombinatie, maar als ‘lichaamsmaat’ komt okseldiep wel degelijk voor.

Vorige week stond er een ongewoon woord in de NRC, namelijk okseldiep. “Oliemans en Groenteman duiken okseldiep in Schuberts liedcyclus Winterreise”, stond er in de kop boven een artikel over een lange podcastserie van bariton Thomas Oliemans en presentator Gijs Groenteman over Schuberts liedcyclus ‘Winterreise’, een van de geliefdste werken in het klassieke repertoire.

Ergens okseldiep in duiken – ik kreeg er een mailtje over van een lezer. Hij schreef:

Als ik ergens in duik dan ga ik er eerst met gestrekte armen in. Dan is okseldiep niet zo diep. Met je voeten eerst ga je dieper, maar dan duik je niet, dan spring je. Ik ken geen uitdrukkingen met ‘okseldiep’. Probeert hier iemand een nieuwe uitdrukking te lanceren? En een podcast die duikt? Raarrrrr!

Ik moet deze lezer gelijk geven, het is een vreemd beeld. Althans: als je duiken opvat als een sprong naar beneden in het water. Dan is okseldiep duiken zelfs enigszins alarmerend, want als kind heb ik geleerd: nooit, maar dan ook nóóit in ondiep water duiken, want dan kun je je nek breken.

Okseldiep is een tamelijk zeldzaam woord. De Dikke Van Dale kent het niet. Wel onder meer voetdiep, kniediep en borstdiep. Bij deze woorden is de beeldspraak meteen duidelijk. Zo diep dat je voet erin verdwijnt, iets dat tot aan je knieën of borst staat of komt. De oriëntatie is hier van beneden naar boven – van de voet naar de kruin. Je vindt deze woorden in zinnen als “kniediep door de sneeuw waden”, “borstdiep door het water waden”, enzovoorts.

Daarnaast kent Van Dale woorden als armdiep en schouderdiep. Voor respectievelijk ‘een armlengte diep, dan wel: erg diep’ en ‘tot aan de schouders (in iets)’. Op internet kom je deze woorden tegen in zinnen als “Terwijl je zit te dubben over je volgende move betrap je jezelf prompt dat je armdiep in een zak chips zit”. En: “In de versafdeling van supermarkten zie je weleens klanten schouderdiep in een koelvak gaan om achteraan het product met de langste houdbaarheidsdatum te pakken.” Volgens een Vlaamse website wordt dit datumduiken genoemd – een woord dat ik nog niet kende.

Okseldiep in de shit

Terug naar okseldiep. Okseldiep duiken ben ik verder nergens tegengekomen, maar als hoogte- en dieptemaat komt okseldiep wel degelijk voor. Het bleek zelfs al eerder in de NRC te hebben gestaan. Zo schreef Tom Lanoye in 2021: “Terwijl de duizenden gedupeerde families nog altijd okseldiep in de shit zitten, achtervolgd door schuldeisers en verbroken toekomstdromen.” De enige andere vindplaats in de NRC dateert van 1993. Toen schreef Anne Scheepmaker in haar kookrubriek: “De broden liggen in okseldiepe houten schappen, die via de achterkant bijgevuld worden.”

Okseldiep in de stront zitten, okseldiep waden door het water of sneeuw, monteurs die hun armen okseldiep in een motor steken, boeren of dierenartsen die een arm okseldiep in een zwangere koe steken – je komt het allemaal tegen.

Niet vaak, maar vaak genoeg om te zeggen dat okseldiep in het Nederlands wordt gebruikt als maataanduiding. Net als onder meer neusdiep, polsdiep, vingerdiep, vuistdiep en natuurlijk retediep, maar het is de vraag of dat laatste woord nog wel rechtstreeks wordt geassocieerd met een lichaamsdeel.


Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden van nieuwe afleveringen van WoordHoek? Schrijf u dan in voor Taalpost, de gratis e-mailnieuwsbrief van het Genootschap Onze Taal.

Ewoud Sanders is journalist en taalhistoricus. Hij schrijft elke week voor het Instituut voor de Nederlandse Taal.

Twitter: @ewoudsanders